Nieuwe belangrijke ontwikkelingen bij het slapende dienstverband
Wat is ook alweer een slapend dienstverband?
Een slapend dienstverband is een dienstverband waarbij een langdurig arbeidsongeschikte werknemer niet wordt ontslagen na twee jaar ziekte, maar thuis zit en geen loon meer krijgt van zijn werkgever omdat de loondoorbetalingsperiode is geëindigd. In het verleden kozen werkgevers er veelal voor om het dienstverband dan niet te beëindigen zodat zij de wettelijke transitievergoeding niet hoefden te betalen.
Aan die keuze heeft de Hoge Raad met zijn zogenaamde Xella-uitspraak een einde gemaakt omdat de eis van goed werkgeverschap meebrengt dat een werkgever een werknemer niet in een slapend dienstverband mag houden om betaling van de transitievergoeding te ontlopen. Daarbij speelt ook een rol de op 1 april 2020 in werking getreden wet genaamd Wet compensatieregeling transitievergoeding (WCT). Werkgevers worden op grond van deze wet door het UWV gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer van wie het dienstverband wordt beëindigd.
Op grond van deze Xella-uitspraak zijn werkgevers dus verplicht om in te stemmen met een voorstel van de werknemer om het dienstverband te beëindigen onder toekenning van een beëindigingsvergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Dit noemt men de Xella-norm.
Vanaf wanneer geldt deze verplichting voor de werkgever?
Na de Xella-uitspraak ontstond in de literatuur en de lagere rechtspraak discussie over de vraag vanaf welke datum werkgevers verplicht waren om met het hierboven genoemde voorstel van de werknemer tot beëindiging van het dienstverband in te stemmen. Aan deze onduidelijkheid heeft de Hoge Raad op 11 november 2022 een einde gemaakt.
De Hoge Raad overweegt dat de Xella-norm erop berust dat de werkgever de te betalen transitievergoeding gecompenseerd krijgt uit hoofde van de WCT. Dan - zo overweegt de Hoge Raad - kan deze Xella-norm pas gelden vanaf het moment waarop werkgevers ervan konden uitgaan dat die aanspraak er zou komen. Hoewel al langer sprake was van de komst van de WCT was deze komst pas voldoende zeker met de publicatie van deze wet in het Staatsblad en dat is gebeurd op 20 juli 2018. Dus heeft de Hoge Raad beslist dat een werkgever pas vanaf 20 juli 2018 verplicht is mee te werken aan een verzoek van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding.
Welke "slapers" kunnen aanspraak maken op de Xella-norm?
Er was nog een onduidelijkheid waaraan de Hoge Raad op 11 november 2022 een einde heeft gemaakt. En dat is de vraag of de Xella-norm ook geldt voor een dienstverband dat reeds vóór 1 juli 2015 slapend is geworden. Laatstgenoemde datum is de datum waarop het ontslagrecht wezenlijk is veranderd en met name de wettelijke transitievergoeding is ingevoerd.
De Hoge Raad is van mening dat ook de werknemer van wie het dienstverband reeds vóór 1 juli 2015 slapend is geworden een beroep kan doen op de Xella-norm. Wel geldt ook voor deze werknemer dat hij dit beroep pas kan doen op of na 20 juli 2018. Dit betekent dat een werknemer van wie het dienstverband reeds vóór 20 juli 2018 is geëindigd vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd geen beroep op de Xella-norm toekomt.
Conclusie
• De Xella-norm geldt vanaf 20 juli 2018.
• De Xella-norm geldt ook voor een dienstverband dat reeds vóór 1 juli 2015 slapend is geworden en op of na 20 juli 2018 nog steeds bestaat.
Het bovenstaande betekent dat werkgevers er goed aan doen om te inventariseren of er bij hun onderneming nog werknemers in dienst zijn waarvan het dienstverband reeds vóór 1 juli 2015 slapend is geworden. Immers, kunnen deze werknemers van de werkgever eisen dat hun dienstverband wordt beëindigd onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. De werkgevers hebben dan wel de geruststelling dat de te betalen transitievergoeding door het UWV wordt gecompenseerd.
Heeft u vragen over het slapend dienstverband? Neem dan contact op met ons Team Arbeidsrecht.