Whatsappen tijdens werktijd kost geld …. voor de werknemer

De digitale wereld waarin wij heden ten dage leven, heeft ook zijn invloed op de werkplek. Door de intrede van internet en vooral de smartphone heeft de werkgever te accepteren dat zijn werknemers daarvan ook tijdens werktijd gebruik maken voor privédoeleinden. Dit noemt men de zogenaamde privétisering van de werkplek. De werkgever doet er echter goed aan om het gebruik van internet en smartphones voor privédoeleinden te reguleren via bedrijfsregelingen waarin dit gebruik wordt beperkt.

Het belang van een dergelijke regeling blijkt uit een recente uitspraak van de Kantonrechter Tilburg. In deze zaak stond vast dat de werknemer in een periode van zes maanden tijdens werktijd 1.255 whatsapp-berichten had verstuurd met en had ontvangen op de mobiele telefoon die hem door de werkgever ten behoeve van de uitvoering van zijn werkzaamheden ter beschikking was gesteld. De Kantonrechter is van oordeel dat de werkgever geen loon verschuldigd is voor de tijd gedurende de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Het veelvuldige gebruik van whatsapp voor privédoeleinden tijdens werkuren, zonder dat daartoe een noodzaak bestaat en zonder dat de werkgever daarvan kennis heeft genomen of daarmee heeft ingestemd, blijft voor rekening van de werknemer. Dit geldt zeker gelet op het feit dat de werknemer door zijn handelen de van toepassing zijnde bedrijfsregeling van de werkgever had overtreden waarin met zoveel woorden was opgenomen dat incidenteel het beperkt gebruik voor persoonlijke doeleinden van elektronische communicatiedoel-middelen is toegestaan.


Kortom, de Kantonrechter is van mening dat de werkgever tenminste een deel van het loon niet verschuldigd is c.q. dat de werknemer verplicht is om de schade die de werkgever door zijn toerekenbare tekortkoming heeft geleden te vergoeden. Deze schade wordt door de Kantonrechter geschat en wel als volgt: uitgaande van 1.255 berichten en een gemiddelde tijdsduur van 2,5 à 3 minuten per bericht, vermenigvuldigd met het uurloon inclusief vakantietoeslag, schatte de Kantonrechter de niet gewerkte tijd c.q. de schade die de werkgever heeft geleden op afgerond € 1.500,- bruto.