Wetswijziging aanstaande: verhuurders en huurders opgelet!

Op grond van een nieuw wetsvoorstel is de huurder, die in zwaar weer verkeert, straks bevoegd om een huurprijsverlaging aan de verhuurder van een bedrijfspand voor te stellen. Als de verhuurder niet met dat voorstel instemt, mag de huurder de huurovereenkomst tussentijds opzeggen. 

Wanneer de huurder van een bedrijfspand voorziet dat hij op termijn niet meer in staat is om aan zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst te voldoen, is het op dit moment mogelijk om de verhuurder een voorstel te doen om de huurovereenkomst te wijzigen of te beëindigen. Nieuw is dat het wetsvoorstel de huurder de mogelijkheid geeft om (onder meer) de huurovereenkomst eenzijdig tussentijds te beëindigen indien de verhuurder niet instemt met de voorgestelde wijziging of beëindiging. Indien de huurder de huurovereenkomst wenst te wijzigen, dan zal het voorstel in de meest voorkomende gevallen een huurprijsverlaging inhouden, dit gelet op de financieel slechte situatie van de huurder.

Indien de verhuurder niet met een een huurprijsverlaging of beëindiging instemt en de huurder de huurovereenkomst wenst te beëindigen, dient hij eerst de rechter om toestemming te vragen. De huurder dient in dat geval zijn goedkeuringsverzoek (homologatieverzoek) én een verzoek tot het verlenen van toestemming voor de eenzijdige opzegging van de overeenkomst aan de rechter voor te leggen. Voorwaarden voor de opzegging zijn dat "de huurder in een toestand verkeert waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken" en de rechter het akkoord goedkeurt, aldus de toelichting van de minister. Indien de rechter toestemming verleent voor de eenzijdige, tussentijdse opzegging en het akkoord goedkeurt ("homologatie"), dan vindt de eenzijdige opzegging van rechtswege plaats op de datum van het vonnis tegen de termijn die de huurder zelf heeft voorgesteld. Indien de voorgestelde termijn volgens de rechter niet redelijk is, zal hij zelf een termijn vaststellen die in ieder geval niet langer mag zijn dan drie maanden. 

De verhuurder kan tegen de beslissing van de rechter niet in beroep. Wel heeft de verhuurder recht op vergoeding van de schade die hij lijdt wegens de (tussentijdse) beëindiging van de huurovereenkomst. 

Indien het wetsvoorstel zal worden aangenomen en u als huurder vanwege de financieel slechte situatie de huurovereenkomst wenst te wijzigen (huurprijsverlaging) of wenst te beëindigen dan wel als verhuurder schade lijdt indien de huurovereenkomst vóór het einde van de huurperiode wordt opgezegd, dan zijn wij graag bereid u daarin te adviseren!