Beeld van een woning is geen persoonsgegeven

Geeft de rechter een te enge uitleg van de AVG?

De Algemene Verordening Gegevensverwerking (AVG) heeft de privacyrechten van individuen versterkt. Maar die rechten zijn niet onbeperkt. In een recente zaak beschermde de rechter de journalistieke vrijheid door een (te?) enge interpretatie te geven van het begrip ''persoonsgegeven''.

Onlangs speelde een zaak waarbij het televisieprogramma ''Foute Boel'' een item maakte over ene meneer X. Zijn praktijken als verhuurder werden aan de kaak gesteld en er werd gesuggereerd dat hij een huisjesmelker is. De producent van het programma noemde zijn naam, adres en woonplaats niet. Ook werd hij niet herkenbaar in beeld gebracht. Wel werden beelden van zijn woning vertoond. Meneer X verzette zich tegen uitzending van de beelden en stapte naar de kortgedingrechter.

Waar casussen als deze in het verleden enkel door het onrechtmatigedaadsrecht werden verdedigd, zag meneer X hier ook een AVG-casus in. Want volgens meneer X was de AVG van toepassing, omdat de programmamakers zijn persoonsgegevens verwerkten. Daarbij vatte hij het videobeeld van zijn woning op als een persoonsgegeven.

De rechter ging hier echter niet in mee. Van een persoonsgegeven was volgens de rechter geen sprake omdat het tonen van videobeelden van een woning, zonder de straat en de gemeente te vermelden, te onbepaald is. Ook van verwerking is geen sprake, omdat er slechts feiten werden genoemd, die niet bestemd zijn om in een register of databank te worden opgenomen, zoals de AVG voorschrijft. Als er al sprake zou zijn van verwerking van persoonsgegevens, zouden de programmamakers bovendien een beroep kunnen doen op de zogenaamde journalistiek exceptie in de AVG, die bepaalde (anders ongeoorloofde) verwerkingen toestaat voor journalistieke doeleinden.

Mijns inziens had de rechter de motivering van haar oordeel kunnen en moeten beperken tot de toepassing van de journalistiek exceptie. De motivering van het oordeel, dat noch sprake is van een persoonsgegeven, noch van verwerking, is allerminst overtuigend. Immers, aangezien meneer X de enige is die in deze woning woont, lijkt meneer X met deze combinatie van gegevens toch geïdentificeerd te kunnen worden. Dan is sprake van een persoonsgegeven. Hoe de programmamakers dit persoonsgegeven kunnen uitzenden, zonder dit persoonsgegeven (daaraan voorafgaand) te verwerken, is mij een raadsel. Een dermate enge uitleg van de begrippen ''persoonsgegeven'' en ''verwerking'' lijkt in strijd met de beschermingsgedachte van de AVG. Deze (te) enge uitleg was voor de rechter ook niet nodig, aangezien de AVG de escape bood in de zin van de journalistieke exceptie. Daarmee had de rechter tot hetzelfde resultaat kunnen komen.