Kritiek op de transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid

Sinds de invoering van de WWZ geldt dat de transitievergoeding ook verschuldigd is bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Dit tot grote ontevredenheid van vele werkgevers. Vaak zijn immers al veel kosten gemaakt voor een zieke werknemer. Werkgevers hopen dan ook op een wijziging van de wet. De vraag is hoe deze wetswijziging zich zal ontwikkelen.

Minister Asscher heeft de klachten vanuit het bedrijfsleven gehoord en heeft in december 2016 een conceptwetsvoorstel opgesteld. Het wetsvoorstel houdt in dat langdurig zieke werknemers weliswaar recht hebben op de transitievergoeding, maar dat werkgevers worden gecompenseerd voor de kosten hiervan.

Compensatieregeling

De compensatieregeling kan worden ingeroepen in alle gevallen waarin een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd door de werkgever en de werknemer op de einddatum ziek is. Er zal geen onderscheid worden gemaakt in de wijze waarop de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. De werkgever kan dus aanspraak maken op compensatie als:

  1. een tijdelijke arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd;
  2. de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd met toestemming van het UWV wegens langdurige arbeidsongeschiktheid;
  3. de arbeidsovereenkomst door de rechter wordt ontbonden;
  4. de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd met wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst.

In principe wordt de volledige wettelijke transitievergoeding vergoed. Er gelden echter beperkingen. Zo zal maximaal een compensatie worden verkregen voor de transitievergoeding die verschuldigd is op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting voor de werkgever eindigt. Als partijen besluiten om de arbeidsovereenkomst langer te laten voortduren waardoor een hogere transitievergoeding verschuldigd is, dan wordt dit meerdere dus niet vergoed. Ook de hogere transitievergoeding als gevolg van een loonsanctie door het UWV wordt niet vergoed. En de compensatie bedraagt nooit meer dan het loon dat de werkgever heeft betaald tijdens ziekte van de werknemer.

De compensatie zal volgens het wetsvoorstel worden verstrekt door het UWV vanuit het Algemeen werkloosheidsfonds. Dat betekent dat de uniforme premie zal worden verhoogd.

Inwerkingtreding wetsvoorstel

De beoogde datum voor inwerkingtreding is 1 januari 2019. Het is echter de bedoeling dat de regeling met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 kan worden toegepast. Door deze werking met terugwerkende kracht is het van belang om nu al te anticiperen op de beoogde wetswijziging. Met name in vaststellingsovereenkomsten zal dit goed moeten worden vastgelegd.

Felle kritiek op het wetsvoorstel

Inmiddels heeft de Raad van State advies uitgebracht over het conceptwetsvoorstel. De Raad van State heeft echter felle kritiek. Met de compensatieregeling wordt namelijk niet het probleem, namelijk cumulatie van kosten bij zieke werknemers, opgelost. Immers, de kosten blijven, maar worden verdeeld over de werkgevers doordat de werkgeverspremie wordt verhoogd. In praktische zin vraagt de Raad van State zich af welke invloed het wetsvoorstel zal hebben op de organisatie van het UWV die de regeling moet gaan uitvoeren.

De logische vraag wordt gesteld waarom er niet voor wordt gekozen om terug te keren naar de situatie vóór de WWZ, namelijk geen recht op een ontslagvergoeding bij beëindiging wegens langdurige ziekte.

Hoe nu verder?

De vraag is of het wetsvoorstel de eindstreep haalt. Minister Asscher ziet vooralsnog geen reden het wetsvoorstel aan te passen.

Voor nu adviseren wij u om zo goed als mogelijk te anticiperen op nieuwe wetgeving door in ieder geval de reden van beëindiging van een dienstverband goed vast te leggen, alsmede de hoogte van de verschuldigde transitievergoeding. Voor meer advies hierover kunt u uiteraard bij een van onze arbeidsrechtspecialisten terecht.