Vrije advocaatkeuze verder verruimd

Ook zonder procedure recht op vrije advocaatkeuze? 

In een eerdere blog hebben wij u geïnformeerd over het recht van verzekerden op vrije advocaatkeuze bij een rechtsbijstandspolis in geval van een (gerechtelijke) procedure. 
In veel rechtsbijstandspolissen komt de volgende of een soortgelijke clausule voor: 

“De verzekerde heeft het recht om zelf een rechtshulpverlener te kiezen (zoals bijvoorbeeld een advocaat), als het nodig is om namens de verzekerde een gerechtelijke of administratieve procedure te voeren.”

Dit soort clausules blijkt steeds opnieuw aanleiding te zijn voor geschillen. Recentelijk ook bij het Financiële Klachteninstituut KiFiD, waar een rechtsbijstandsverzekerde vergoeding verlangde van haar rechtsbijstandsverzekeraar voor de werkzaamheden verricht door een door de verzekerde ingeschakelde advocaat in de voorfase van een gerechtelijke procedure. 

Op 14 mei 2020 oordeelde het Europese Hof van Justitie in Luxemburg al dat ook de rechtsbijstand door een advocaat in een buitengerechtelijke bemiddelingsprocedure (zoals mediation) onder het begrip gerechtelijke procedure past, mits het resultaat van die bemiddeling aan het eind van de rit door de rechter wordt vastgelegd en die procedure dus zo iets “gerechtelijks” krijgt. 

In lijn van deze uitspraak van het Europese Hof oordeelde KiFiD op 24 april 2021 dat een verzekerde in elke fase die kan leiden tot een procedure bij een rechterlijke instantie een beroep op de vrije advocaatkeuze toekomt. De enige voorwaarde naar aanleiding van die uitspraak is nu nog dat er sprake moet zijn van een conflict, wat gedefinieerd wordt als het bestaan van een belangentegenstelling. Dus als uiteindelijk geen gerechtelijke procedure noodzakelijk wordt, maar wel een beroep wordt gedaan op een advocaat om in een geschil te onderhandelen over bijvoorbeeld een schikking, heeft de rechtsbijstandsverzekerde – op basis van deze uitspraak van KiFiD - recht op betaling van de kosten van een ingeschakelde advocaat. 

KiFiD geeft ook nog richting aan het gedrag van verzekeraars met een overweging ten overvloede. KiFiD overweegt: “Het feit dat de Nederlandse rechtsbijstandsverzekering een naturaverzekering is, mag er niet toe leiden dat verzekerden worden beperkt in de mogelijkheid om ingeval van een juridisch conflict een zelfgekozen rechtshulpverlener te kiezen.”

Update: de verzekeraar (DAS) heeft in de zaak bij het KiFiD hoger beroep ingesteld. In haar uitspraak van van 29 oktober 2021 is de Commissie van Beroep deels teruggekomen op haar eerdere uitspraak. Volgens de Commissie heeft de verzekerde in de buitengerechtelijke fase geen onbeperkt recht op vrije advocaatkeuze. Er moet wel enige relatie zijn met een gerechtelijke of administratieve procedure. Hiermee lijkt het KiFiD dus toch de lijn van het Europees Hof van Justitie te blijven volgen.

Tot besluit is nog van belang om hierbij op te merken dat rechtsbijstandspolissen vaak een gemaximeerd budget voor rechtsbijstandskosten kennen. Verzekerden zullen dus goed moeten beseffen dat ingeval zij voorafgaand aan een geschil al een advocaat inschakelen, het budget dan ook al wordt aangesproken. Dit behelst het risico dat het budget al (deels of geheel) is verbruikt voordat er aan een procedure wordt begonnen. Hierin moeten verzekerden op advies van zowel de advocaat als de verzekeraar een weloverwogen beslissing nemen. 

Heeft u vragen over uw rechtsbijstandsverzekering en de mogelijkheid om u als advocaat onder uw verzekering te kunnen bijstaan, neem dan gerust contact met ons op.