Toch proceskostenvergoeding na intrekking kort geding

Als een eisende partij vlak voor de zitting in eerste aanleg een aanhangige procedure intrekt, heeft de gedaagde partij geen recht op een proceskostenvergoeding.

De Hoge Raad oordeelde op 3 juni 2016 dat deze processuele regel voor kort gedingen niet geldt. Met name voor de IE-praktijk heeft deze uitspraak verreikende gevolgen: ondanks de intrekking kan er alsnog een (volledige) proceskostenvergoeding worden toegewezen.

Intrekking van een kort geding door een eiser komt regelmatig voor. Overleg (tussen de advocaten) van partijen na het starten van een kort geding kan de eiser doen inzien dat zijn zaak weinig kans van slagen heeft en hem doen besluiten het kort geding vlak voor de zitting in te trekken. Het kort geding komt dan te vervallen. De gedaagde partij heeft intussen wel proces- en advocaat­kosten gemaakt, maar kreeg dan geen proceskostenvergoeding toegewezen. In de praktijk is dit (voor de gedaagde) een onbevredigende afloop, met name in IE-zaken waar een (redelijke) volledige proceskosten­vergoeding kan worden toegewezen.

In afwijking van de processuele regels voor kort gedingen heeft de Hoge Raad thans bepaald dat het kort geding niet komt te vervallen als de gedaagde tijdig na de intrekking van het kort geding meedeelt dat het kort geding doorgang vindt ten aanzien van de beslissing over de procesvergoeding. Deze mededeling aan de eiser en aan de Voorzieningenrechter is in ieder geval tijdig tot veertien dagen na de datum waarop de zitting bij de rechtbank had moeten plaatsvinden.

Ook voor de omgekeerde situatie heeft de Hoge Raad een nieuwe regel geformuleerd: als de gedaagde voor de zitting de vorderingen van de eiser heeft voldaan, of toezegt daaraan te zullen voldoen, maar geen overeenstemming is bereikt over de proceskosten, dan kan de eiser het kort geding ten aanzien van zijn hoofdvordering intrekken en een beslissing omtrent de hoogte van de proceskosten vragen.

Vanaf 4 september 2016 geldt de regel dat na het verstrijken van de termijn van 14 dagen geen afzonderlijke procedures meer kunnen worden gevoerd over de proceskostenveroordeling in eerste aanleg. Het intrekken van een kort geding in hoger beroep door de eiser leidt overigens wel tot een proceskostenveroordeling.

Beide partijen zullen tijdig (nog beter) moeten inschatten of een kort geding in eerste aanleg goede kans van slagen heeft. Het intrekken van het kort geding brengt immers nu het risico met zich mee dat een geschil over de (hoogte van de) proceskostenvergoeding nog steeds in kort geding wordt behandeld.