Procesrecht is een vak apart: het rechtsmiddelenregister

Voor de levering van een registergoed is een notariële akte vereist. Ontstaat er een geschil over de verplichting tot levering van een registergoed, dan kan de rechter bepalen dat zijn vonnis in de plaats treedt van een notariële akte. Op die manier kan de eigendom van een registergoed wisselen zonder dat er een notaris aan te pas komt.


Als de partij die moet leveren tegen zo’n vonnis hoger beroep instelt, dan schrijft de wet voor dat dit binnen acht dagen in het zogenaamde rechtsmiddelenregister moet worden ingeschreven. Wordt dit achterwege gelaten, dan wordt de partij die hoger beroep instelde, niet ontvankelijk verklaard. Waarom deze vergaande sanctie? De wetgever heeft hiermee de betrouwbaarheid van de openbare registers willen dienen: De geregistreerde eigendomssituatie dient zoveel mogelijk in overeenstemming te zijn met de werkelijke eigendomssituatie. Wordt er over een verplichting tot levering geprocedeerd, dan gaat het in feite over de eigendomssituatie.

Staat de eigendomssituatie niet langer ter discussie, dan is er ook geen reden om deze sanctie toe te passen. Zo oordeelde de Hoge Raad onlangs in een geval waarin de verkoper van een villa vond dat hij slachtoffer was van misbruik van omstandigheden. Hij had zijn villa voor een zeer lage prijs verkocht aan een koper die wist dat de verkoper niet meer helemaal goed van geest was. De rechtbank oordeelde toch dat de verkoper moest leveren en bepaalde dat haar vonnis in de plaats trad van een notariële akte. De verkoper stelde tegen dat vonnis hoger beroep in, maar liet inschrijving daarvan in het rechtsmiddelenregister achterwege. Met als gevolg dat hij niet ontvankelijk werd verklaard. Maar dat mocht niet volgens de Hoge Raad. Want in het hoger beroep procedeerde de verkoper nog enkel over een schadevergoeding vanwege de (te) lage koopsom.