Overdracht van slecht presterende leningen

Staat de kredietnemer machteloos tegen opkopers van leningen, die gaan voor het snelle geld?

Het gebeurt regelmatig in de wereld van het vastgoed en de zakelijke financieringen: een kredietnemer raakt in betalingsproblemen. Vervolgens is het niet de bank maar een kredietopkoper, die op een zeer (of té) proactieve manier de schuld opeist en dreigt met het openbaar verkopen van bijvoorbeeld het verhypothekeerde vastgoed. Hoe gaat dit in zijn werk?

De bank blijkt de vordering te hebben verkocht. Op die manier is zij van de slechte lening af en kan zij haar balans opschonen. De bank kan dan weer nieuwe leningen verstrekken en daarmee weer geld verdienen. De opkoper van de lening betaalt een laag bedrag voor de vordering, ten opzichte van de werkelijke hoogte daarvan. Hij gokt er dan op het onderpand (bijvoorbeeld het vastgoed) snel te kunnen verkopen via een openbare verkoop. De hoogste opbrengst is daarbij niet zozeer relevant. Snel geld, daar gaat het om. De kredietnemer blijft dan vervolgens met een (hoge) restschuld achter, terwijl de middelen om te betalen in rook zijn opgegaan. 

De vraag is nu of deze opkopers zomaar hun gang kunnen gaan. Anders gesteld: staat u als kredietnemer machteloos wanneer deze opkopers zich bij u melden? Het antwoord daarop is nee. In recente rechtspraak hebben rechters zich niet mild getoond tegenover deze zogenaamde kredietaasgieren, die over de rug van kredietnemers voor het snelle geld willen gaan. 

Gebleken is dat de wijze waarop zij te werk gaan, niet acceptabel is. Onder meer komt daarin terug, dat het vaak toch mogelijk is een zachte landing te forceren. Hierbij kan worden gedacht aan het zelf mogen verkopen van het vastgoed, zodat er een hogere opbrengst (lees: verkoop tegen marktwaarde) kan worden behaald. De restschuld, waarmee u dan blijft zitten, kan op die manier worden beperkt. In sommige gevallen kan deze zelfs volledig worden voldaan. Ook kunnen de termijnen, waarbinnen moet worden verkocht, worden opgerekt. Kortom: er is speelruimte. 

De belangen zijn vaak groot, net als de mogelijke gevolgen van het achterblijven van een restschuld. Uw onderhandelingspositie is - met steun van de Nederlandse rechtspraak - niet zwak. Met de juiste begeleiding kan een zachte landing worden bereikt. De advocaten van Adelmeijer Hoyng Advocaten hebben meerdere van deze gevallen succesvol begeleid en denken graag met u mee over uw situatie.