Mag u altijd vertrouwen op de juistheid van de openbare registers?

Indien u een vordering heeft op een wederpartij, dan kunt u conservatoir (lees: bewarend) beslag leggen op de woning (of een andere onroerende zaak) van uw tegenpartij voordat u een procedure begint. Als beslaglegger mag/moet u kunnen vertrouwen op de juistheid van de openbare registers.

Op die regel bestaat een uitzondering en kan aan de hand van een eenvoudig voorbeeld worden verduidelijkt.

Stel u heeft een vordering op een wederpartij en overweegt beslag te leggen op diens woning. U raadpleegt de openbare registers en daaruit blijkt als gevolg van een omissie van de notaris dat er geen sprake zou zijn van een hypothecaire inschrijving. U legt vervolgens beslag en dan blijkt dat er toch sprake is van een hypothecaire lening.

In beginsel wordt u dan beschermd. U verkeerde immers in de veronderstelling dat er geen hypotheek op de woning rustte. U mocht namelijk uitgaan van de juistheid van de openbare registers.

Het bewarend beslag is slechts een voorwaarde om tot executoriale verkoop te kunnen overgaan nadat u door de rechter in het gelijk bent gesteld. Het beslag schept als zodanig niet het recht om tot executie over te gaan..

Het leggen van beslag kan wel op één lijn gesteld worden met het uitbrengen van een dagvaarding. In dat geval heeft u hoogstens recht heeft op vergoeding van de kosten van de dagvaarding, maar verkrijgt u niet een recht op wat u bij de rechter heeft gevorderd.

De aard van beslaglegging brengt derhalve mee dat de bescherming die de openbare registers bieden niet tot gevolg heeft dat u door het enkele leggen van beslag aanspraak verkrijgt het beslagen goed onbezwaard (vrij van hypotheek) te mogen executeren door een onjuiste vermelding in de openbare registers.