Dividend uitkeren in de coronacrisis

Bestuurders en aandeelhouders opgelet!

Bij het uitkeren van dividend in een BV zijn twee organen betrokken: het bestuur en de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). Hun belangen lopen niet altijd parallel en de huidige economische situatie kan dit versterken. Een aandeelhouder heeft wellicht behoefte aan extra cash en wil een dividenduitkering. De bestuurder moet aan de andere kant in het belang van de vennootschap de liquiditeit goed mogelijk bewaken. Los van deze uiteenlopende belangen moeten zowel het bestuur als de aandeelhouders in deze crisistijd extra zorgvuldig omgaan met hun rol in het uitkeringsproces.

In deze bijdrage bespreek ik kort (i) hoe het ook alweer zat met de dividenduitkering, (ii) welke risico’s het bestuur en de aandeelhouders lopen en (iii) waar zij op zouden moeten letten. 

1.    Hoe zat het ook alweer 

  • De AVA is bevoegd om de winst, die blijkt uit de jaarrekening, te bestemmen en de uitkering daarvan vast te stellen. Dit mag voor zover het eigen vermogen groter is dan de wettelijke en statutaire reserves.  
  • Deze vaststelling leidt pas tot een uitkering als het bestuur dit goedkeurt. Het bestuur mag alleen goedkeuring weigeren als het weet of moet voorzien dat de BV na de uitkering haar opeisbare schulden niet meer kan betalen. 

2.    Risico’s 

  • Als de BV na de dividenduitkering haar schulden niet langer kan betalen, dan moeten de bestuurders het tekort dat ontstaat door de uitkering vergoeden.
  • Daarnaast kan het toestaan van een uitkering leiden tot onbehoorlijke taakvervulling door het bestuur en daarmee een grond zijn voor bestuurdersaansprakelijkheid. 
  • Ook de aandeelhouders lopen een risico: de aandeelhouder, die weet of moest voorzien dat de BV na de uitkering haar debiteuren niet meer zou kunnen voldoen, is verplicht tot vergoeding van het tekort dat ontstaat tot maximaal het ontvangen bedrag. Bestuurders, die tot vergoeding van het tekort zijn aangesproken, kunnen dit ook verhalen op de aandeelhouders. 
  • De aandeelhouder, die de ontvangen winst moet terugbetalen, mag dat niet verrekenen met bijvoorbeeld een lening die hij nog heeft uitstaan aan de vennootschap. 

3.    Waar op te letten? 

  • Voor het bestuur en de AVA: maak gebruik van een actuele vermogensopstelling en een solvabiliteits- en liquiditeitsprognose over een zekere termijn (betalingscapaciteit), waarbij doorgaans één jaar wordt aangehouden om te bekijken of de uitkering wel kan worden gedaan (uitkeringstest). Wees zeker in tijden van de coronacrisis terughoudend bij de beoordeling van de verwachtingen. De pandemie en de economische gevolgen daarvan zijn immers erg onvoorspelbaar. 

Voor het bestuur:

  • Houd rekening met de positie van de aandeelhouder, die de uitkering ontvangt. Kan hij het bedrag eventueel terugbetalen indien nodig? 
  • Documenteer de besluitvorming, de vermogensopstelling en de gehanteerde prognoses. Deel dit met de aandeelhouder(s). 
  • Hoewel het niet in alle gevallen soelaas biedt; vraag in ieder geval om een ruim omschreven kwijting en vrijwaring van de AVA voor een toegestane uitkering. 

Heeft u als aandeelhouder, DGA of bestuurder vragen over het uitkeren van dividend? Ons Team Onderneming en Aansprakelijkheid adviseert u graag!