Beslag houdt de levering niet meer tegen: Wetswijziging Vormerkung

Wie onroerend goed koopt, wil natuurlijk ook geleverd krijgen. Schuldeisers van de verkoper kunnen die levering echter frustreren door beslag te leggen op de zaak of beslag te leggen onder de notaris of de koper op de koopsom.

Tegen de eerste twee opties kon de koper zich al beschermen door de koopovereenkomst te laten inschrijven in de registers (kadaster), de zogenaamde vormerkung.
De laatste optie kon echter de levering nog frustreren, omdat men zo voorkomt dat de koper aan de notaris zal betalen, en deze dus niet wil transporteren.

Vanaf 1 januari 2016 werd de regeling op twee punten gewijzigd.

  • De koper kan na vormerkung gedurende zes maanden na het sluiten van de koop toch nog bevrijdend betalen aan de notaris, ondanks het gelegde beslag. Transport wordt dan toch nog mogelijk.
  • Heeft het dan geen zin meer om na vormerkung enig beslag te leggen? Jawel, want de 2e wijziging houdt in dat een beslag op de onroerende zaak na de levering automatisch komt te rusten op het deel van de koopprijs dat de notaris voor de verkoper onder zich houdt: het surplus (oftewel de koopprijs na aftrek van hypotheken en vóór vormerkung gelegde beslagen).

Beslag leggen op de onroerende zaak volstaat dus primair.

Toch heeft het nog zin om ook beslag te leggen onder de koper: wanneer de levering dan niet binnen zes maanden na de vormerkung doorgaat treft het beslag alsnog doel. Ook wordt daarmee voorkomen dat de koper slechts het deel van de koopsom nodig voor aflossing van (anterieure) hypotheken en beslagen aan de notaris voldoet, en het surplus rechtstreeks aan de verkoper betaalt.