(Voorlopig?) einde digitaal procederen

Minister dient wetsvoorstel in tot intrekking van verplicht digitaal procederen

In 2016 is een aantal wetten tot vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht in werking getreden, in de spreektaal bekend als de ‘KEI’-wetgeving. Deze wetgeving was bedoeld om het procesrecht in handelszaken eenvoudiger te maken en om het digitaal procederen bij de rechtbanken te introduceren. Vanaf 2017 is deze wetgeving gefaseerd ingevoerd waardoor er alleen bij de rechtbank Gelderland en Midden-Nederland volgens KEI werd geprocedeerd.

De bedoeling was dat een half jaar na invoering van de KEI-wetgeving bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland een landelijke verplichting tot digitaal procederen zou gaan gelden in zaken waarbij partijen verplicht door een advocaat moeten worden bijgestaan. Aansluitend zou bij alle rechtbanken en in alle zaken verplicht digitaal geprocedeerd moeten worden.

De landelijke invoering van de KEI-wetgeving bleek in de praktijk echter nog niet zo ongecompliceerd te zijn als vooraf werd gedacht. Het digitaliseringsproces bleek veel omvangrijker en complexer te zijn. Ook bleken de kosten de pan uit te rijzen; in 2012 werd nog geschat dat er 7 miljoen euro gemoeid zou zijn met de invoering van KEI, maar in 2018 bleek dat er al 200 miljoen aan het project was gespendeerd. En dat terwijl de invoering in het grootste gedeelte van het land nog niet was gerealiseerd.

In 2018 werd er dan ook veelvuldig bericht over de naderende flop van de KEI-wetgeving. Dit alles heeft ertoe geleid dat de invoering van KEI in juli 2018 ‘on hold’ is gezet. In de praktijk betekende dit dat alleen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland werd geprocedeerd volgens de KEI-wetgeving, en bij de overige landelijke rechtbanken niet.

Twee verschillende soorten procesrecht zijn – vooral in een klein land als Nederland – natuurlijk onwenselijk. Daarom is er vorige week een wetsvoorstel ingediend tot intrekking van de eerder ingevoerde KEI-wetgeving. Het wetsvoorstel is na een zogenaamde spoedwetgevingsprocedure ingediend en het is de bedoeling dat de nieuwe wetgeving zo snel mogelijk zal ingaan. Op dit moment is er over het wetsvoorstel echter nog niet in de Tweede Kamer gestemd.

Niet alle KEI-wetgeving wordt overigens ingetrokken. Zo regelde de KEI-wetgeving ook dat er meer regie voor de rechters kwam en dat er meer aandacht aan de mondelinge behandeling in een zaak werd besteed. Die regels worden nu ook overgenomen in het ‘normale’ procesrecht. Het verplicht digitaal procederen en de verschillende regels voor de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland komen echter te vervallen. Of er in de (nabije?) toekomst alsnog overgestapt wordt op digitale procedures zal nog moeten blijken. Voorlopig blijft het procesrecht nog vertrouwd ouderwets.