Concurrentiebeding in de zorg

Mag een medisch specialist in dienst treden bij een concurrerend ziekenhuis?

Een interessante uitspraak van de Voorzieningenrechter in de Rechtbank Limburg (Maastricht):

Een radioloog was als vrijgevestigd specialist verbonden aan een ziekenhuis. De toelatingsovereenkomst met het ziekenhuis bevatte een concurrentiebeding, dat vrij vertaald als volgt luidde: ''de specialist onthoudt zich gedurende 2 jaar na einde overeenkomst van directe en indirecte participatie in een zorgaanbod buiten het ziekenhuis , dat concurreert met dat ziekenhuis''.

De relatie eindigt en de radioloog treedt in loondienst bij een concurrerend ziekenhuis. De vraag is of dat in strijd is met het concurrentiebeding.

Neen, zegt de Voorzieningenrechter in kort geding (dus het is een voorlopig oordeel). De Voorzieningenrechter oordeelt dat de radioloog niet betrokken is geweest bij de onderhandelingen over de (standaard) toelatingsovereenkomst en dat dan de zogeheten CAO-norm moet worden toegepast: een objectieve uitleg van de tekst, oftewel: ''wat staat er?''. Indien een loondienstverband mede begrepen zou zijn in de hierboven schuin gedrukte passage dan zou dat in die passage met zoveel woorden moeten staan. Dat was niet het geval.

Indien al gekeken wordt naar de bedoeling van partijen (de subjectieve uitleg) dan had het ziekenhuis meer concrete feiten en omstandigheden moeten stellen waaruit blijkt dat de radioloog had moeten begrijpen dat een loondienstverband onder het concurrentiebeding valt. In een kort geding is echter geen ruimte voor bewijslevering door getuigen. Daarbij laat de Voorzieningenrechter meewegen, dat een radioloog een zogeheten ondersteunend specialist is en geen eigen patiënten heeft, die hij ''mee kan nemen'' naar een concurrent.

Het ziekenhuis zal ongetwijfeld beroep instellen. Wordt dus vervolgd!