Autoriteit Persoonsgegevens: ''Facebook schendt privacy''

De Autoriteit Persoonsgegevens heeft onderzoek gedaan naar de wijze waarop Facebook gebruik maakt van de informatie die wij op Facebook plaatsen. De conclusie is dat Facebook in bepaalde gevallen privacy schendt.

Voor de naïeveling is Facebook een leuke website waar je gemakkelijk online in contact kan blijven met vrienden. Velen van ons weten wel beter: Facebook is een beursgenoteerde multinational die commerciële exploitatie van persoonlijke data als businessmodel heeft en de ''leuke website'' enkel gebruikt als middel om aan die data te komen.

Een van de manieren waarop Facebook data exploiteert, is het verkopen van data aan adverteerders. Facebook kan bijvoorbeeld makkelijk nagaan waar onze interesses liggen. Voor adverteerders is deze informatie goud waard want zij kunnen daarmee zeer gericht adverteren. Wij maken het Facebook wel heel erg makkelijk door regelmatig op de welbekende like button te klikken en zogeheten tracking cookies te accepteren. Maar Facebook heeft uiteraard ook hele teams die profielen van je maken aan de hand van bijvoorbeeld de foto’s die je plaatst. Daar is op zich niets mis mee, je hebt Facebook daar immers toestemming voor gegeven.

Toch ging het volgens de Autoriteit Persoonsgegevens ergens fout. Facebook analyseerde de profielen van bepaalde mannen. Aan de hand van de informatie, die deze mannen op hun Facebookpagina plaatsten en de dingen die zij hadden geliket, kon Facebook afleiden dat deze mannen geïnteresseerd waren in andere mannen. Aldus werden zij in het (advertentie)profiel ''mannen geïnteresseerd in mannen'' geplaatst. Maar daarmee werden hun persoonsgegevens gepromoveerd tot zogenaamde bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). Volgens de WBP is het verboden om gegevens over iemands seksuele voorkeur te verwerken. In dit geval kon dit verbod voor Facebook slechts in twee gevallen worden opgeheven, namelijk als deze mannen hiervoor uitdrukkelijke toestemming hebben gegeven of de persoonsgegevens uitdrukkelijk openbaar hebben gemaakt. Hier is volgens de Autoriteit echter geen sprake van: men kan geen uitdrukkelijke toestemming geven door in te stemmen met (online) algemene voorwaarden. Ook was er geen sprake van een uitdrukkelijke openbaarmaking. De gegevens zijn weliswaar via Facebook openbaar gemaakt maar niet specifiek voor de advertentiedoeleneinden van Facebook.

Voor meer informatie wordt verwezen naar het 176 pagina’s tellende rapport van de Autoriteit Persoonsgegevens. Het rapport geeft overigens een zeer aardige inkijk in de wijze waarop de Autoriteit zijn onderzoek heeft verricht en tot zijn conclusies komt.