Arbeidsrecht & Privacy: privécommunicatie

Werkgevers mogen de privécommunicatie van hun werknemers alleen inzien als de werknemers hier van tevoren een melding over krijgen. Op 5 september 2017 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hier uitspraak over gedaan.

De uitspraak betrof een Roemeense werknemer die door zijn werkgever was ontslagen omdat hij vanuit zijn Yahoo Messenger account, dat uitsluitend voor het werk bestemd was, ook privéberichten had verstuurd aan onder andere zijn verloofde. De werkgever was daarachter gekomen omdat hij het gebruik van de account had gemonitord, zonder medeweten van de werknemer. Dit monitoren bleef niet beperkt tot het aantal keren en de duur van het privégebruik, maar ook de inhoud werd bekeken.

Nadat de werknemer bij twee gerechtelijke instanties in Roemenië in het ongelijk was gesteld en daarmee zijn ontslag onaantastbaar was, diende hij een klacht in bij het EHRM en klaagde dat er sprake was van een schending van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Artikel 8 EVRM ziet op het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven, de woning en de correspondentie (briefgeheim).

Het EHRM gaf de werknemer daarin gelijk en overwoog daarbij dat communicatie van de werknemer op het werk valt onder de rechten van werknemers die beschermd moeten worden op grond van artikel 8 EVRM. De werknemer mocht er dan ook redelijkerwijs van uit gaan dat hij enige privacy genoot. De wens van de werkgever om via beleid haar belangen te beschermen, mag er niet tot leiden dat de privacyrechten van de werknemer worden verwaarloosd.

De belangrijkste overweging van het EHRM is dat de Roemeense rechters niet hadden vastgesteld of de werknemer op voorhand was geïnformeerd dat zijn Yahoo Messenger account gemonitord kon worden en dat daarbij ook naar de inhoud van de berichten kon worden gekeken. Dit vooraf informeren was door de Roemeense werkgever niet gebeurd en daarmee was er sprake van een schending van artikel 8 EVRM.

Deze uitspraak heeft tot gevolg dat in alle lidstaten van de Raad van Europa, waaronder ook alle EU-landen en dus Nederland vallen, rechters de privacyrechten van werknemers beter moeten beschermen als het gaat om hun communicatie op het werk.

De uitspraak brengt niet met zich mee dat werkgevers het e-mailverkeer van werknemers niet kunnen monitoren. Wel zullen zij hun werknemers vooraf duidelijk moeten inlichten over de aard en omvang van de monitoring. Bovendien moeten werkgevers de inhoud van privéberichten zo veel mogelijk ontzien bij het lezen van het e-mailverkeer. Werkgevers moeten hier dus rekening mee houden als zij tot monitoring willen overgaan.